Aan de slag in Rotterdam
Het is misschien geen toeval dat uitgerekend Rotterdam een goede voedingsbodem is voor een innovatief project over zingeving. De stad heeft een historie op het gebied van eenzaamheid, de eenzaamheid die het gebrek aan zingeving in de hand werkt. Die historie begint al in 2006. Rotterdam lanceert een eenzaamheidsproject en vraagt welzijnsorganisaties om met voorstellen te komen om de eenzaamheid onder ouderen te bestrijden. Zes organisaties krijgen hun plannen gefinancierd en gaan in de drie jaar erna over tot uitvoering. Het project is zelfs aanleiding voor een boek: ‘Sociaal isolement bij ouderen, op weg naar een Rotterdamse aanpak’, geschreven door filosoof en sociaal wetenschapper Anja Machielse. Op basis van de Rotterdamse Aanpak ontwikkelen Anja Machielse en Janneke Ariaans ‘Interventieprofielen voor de aanpak van eenzaamheid en sociaal isolement bij ouderen’.
Huisbezoeken afleggen
Het onderwerp eenzaamheid komt in Rotterdam in november 2013 op indringende wijze weer onder de aandacht. In Rotterdam-West wordt een vrouw dood in haar huis gevonden, nadat ze tien jaar eerder al is overleden. Dat is aanleiding voor de toenmalige wethouder Hugo de Jonge van Rotterdam om actie te ondernemen. Welzijnsorganisaties moeten voortaan huisbezoeken gaan afleggen onder de 75-plussers in de stad. Wmo radar is in opdracht van Rotterdam verantwoordelijk voor het welzijn van inwoners in onder meer het centrum van de stad. Tijdens de huisbezoeken merken buurtcoaches dat een deel van de ouderen eigenlijk niet zit te wachten op activering. In het brede aanbod aan diensten van wmo radar ontbreekt het aan diensten voor mensen die tobben met verlies of niets meer van het leven verwachten. Zo komt het onderwerp zingeving bij wmo radar op de agenda. Op beperkte schaal kunnen Rotterdammers buiten het centrumgebied met hun vragen al terecht bij. MOTTO, een maatjesproject dat onderdeel is van de levensbeschouwelijke organisatie Samen010. MOTTO werkt met geestelijk verzorgers die vrijwilligers trainen en hen koppelt aan bewoners met levensvragen.
‘Wat ik zie gebeuren is dat geestelijke verzorging tot een van de basiscompetenties van het welzijnswerk gaat horen. Nu zijn het nog twee gescheiden werkvelden, terwijl er een grote overlap tussen beide gebieden is. Het preventieve voortraject zit bij het welzijnswerk. Vervolgens kom je in de overlap waarin buurtcoaches de geestelijk verzorgers kunnen raadplegen en bij echt complexe vragen moet er een specialist, de geestelijk verzorger, aan te pas komen. Het is heel belangrijk elkaar te vinden en in staat te zijn samen te werken met kennis en respect voor elkaars expertise.’
Veronique Vaarten is medewerker innovatie en ontwikkeling bij wmo radar. Zij is als projectleider nauw betrokken geweest bij de opzet van Het Goede Gesprek.